Bodemsanering en werken in sterk verontreinigde grond
Uit historische gegevens of de resultaten van een recent bodemonderzoek kan blijken dat de bodem binnen uw locatie sterk verontreinigd is of dat er sprake is van een verontreiniging waarvoor risico’s bij het voorgenomen gebruik bestaan. In dat geval zijn vaak saneringsmaatregelen noodzakelijk.
Afhankelijk van de aard en ouderdom van de verontreiniging en eerdere besluiten die mogelijk zijn genomen, is de gemeente of de provincie het bevoegd gezag. Het is verstandig om dit eerst goed na te gaan. Op hoofdlijnen kan het volgende worden aangehouden:
Provincie is bevoegd gezag
Bij het voorkomen van sterke grondwaterverontreiniging zal de provincie beoordelen of er sprake is van risico’s voor kwetsbare objecten (bijvoorbeeld een waterleiding in de bodem of drinkwatervoorziening in de omgeving) en welke maatregelen tenminste genomen moeten worden. De provincie is ook bevoegd gezag wanneer zij voor 1 januari 2024 een beschikking (besluit) op de verontreinigingssituatie heeft genomen en hieruit blijkt dat sprake is van onaanvaardbare risico’s. De bodemsanering valt in dat geval onder het overgangsrecht (Wet bodembescherming).
Gemeente is bevoegd gezag
Voor de overige sterke verontreinigingen is de gemeente het bevoegd gezag. Omgevingsdienst Rivierenland voert voor hen deze taken uit. Afhankelijk van uw plannen kan het noodzakelijk zijn om alleen tijdelijk functionele graafwerkzaamheden in sterk verontreinigde grond uit te voeren. Dit wordt beschouwd als het tijdelijk uitplaatsen van verontreinigde bodem zonder een saneringsdoelstelling. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de aanleg van kabels en leidingen. Maar het kan ook zijn dat u een locatie ontwikkelt en het noodzakelijk is om sterke verontreiniging volledig te verwijderen en/of af te dekken. In dat geval heeft u een saneringsdoelstelling en gelden er strengere eisen.
Meer informatie kunt u vinden op de website van Informatiepunt Leefomgeving: Graven, saneren en toepassen.