Tijdelijk verbod en vergunningplicht toepassing staalslakken

Op 23 juli 2025 is de tijdelijke regeling ‘Verbod en vergunningplichttoepassing LD- en ELO staalslak’ ingegaan. Dat betekent dat het tijdelijk verboden is om bouwstoffen met meer dan 20 % van deze staalslakken toe te passen in lagen van meer dan 0,5 meter of op locaties waar direct contact met de bouwstoffen mogelijk is. Voor andere toepassingen geldt een vergunningplicht.

De regels die na 23 juli 2025 gelden

Dit zijn de nieuwe regels voor het toepassen van bouwstoffen met meer dan 20% LD en ELO staalslakken:

  • Het is verboden om bouwstoffen met meer dan 20% LD of ELO staalslakken toe te passen in een laagdikte groter dan 0,5 meter.
  • Het is verboden om bouwstoffen met meer dan 20% LD- of ELO- staalslakken toe te passen op plekken waar mensen het kunnen inademen of waar het materiaal in contact kan komen met de ogen, mond of huid (zoals bij gebruik als halfverharding).
  • Er geldt een vergunningplicht voor alle andere toepassingen van bouwstoffen die uit meer dan 20% LD- of ELO-staalslakken bestaan.
  • Er is geen overgangsrecht. De regeling heeft geen terugwerkende kracht. Bestaande toepassingen vallen dus niet onder het verbod.
  • Er is geen vergunning nodig om bouwmateriaal te gebruiken dat minder dan 20% staalslak bevat, zoals bijvoorbeeld hydraulisch menggranulaat.

Ontheffing aanvragen

Het is mogelijk om een ontheffing voor dit verbod aan te vragen bij de minister van Infrastructuur en Waterstaat:

  • als het verbod of de vergunningplicht tot onevenredige gevolgen voor de toepasser kan leiden;
  • als daarbij de bescherming van de bodem, het milieu, de mens niet in het geding zijn en
  • als bij de aanvraag een zienswijze van het bevoegd gezag voor de milieubelastende activiteit toepassen bouwstoffen is toegevoegd. Aan de ontheffing kunnen beperkingen en voorschriften worden verbonden.

Veel gestelde vragen

Bedrijven die bouwstoffen met staalslakken gebruiken moeten zich aan regels houden bij het toepassen. Vanuit de zorgplicht van de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) moeten bedrijven ervoor zorgen dat er geen negatieve milieueffecten kunnen ontstaan. Ook mogen er niet meer bouwstoffen gebruikt worden dan nodig. Omgevingsdiensten houden hier toezicht op. Doordat bedrijven die bouwstoffen met staalslakken toepassen geen meldplicht hebben, is vaak onbekend of en waar staalslakken en staalslakproducten gebruikt worden of in het verleden gebruikt zijn.

Staalslakken zijn restproducten van de staalindustrie en zien eruit als grijze stenen. Ze worden in Nederland gebruikt als bouwstof. Ze kunnen ook worden vermengd met andere materialen. Voorbeelden van zulke staalslakproducten zijn Duomix, LD-mix en Graustabiel. Staalslakken worden vaak toegepast in grootschalige projecten, bijvoorbeeld als ondergrond van wegen en om dijken en geluidwallen op te vullen of op te hogen. Dit hergebruik klinkt positief, maar bij het verkeerd toepassen kan dit grote gevolgen hebben voor mens en milieu.

Staalslakken mogen niet nat worden en moeten daarom afgedekt worden. Als dat niet gebeurt en de staalslakken komen in contact met water, dan kunnen er giftige metalen in het (grond)water terecht komen. Ook bevatten staalslakken vrije kalk wat kan zorgen voor een verhoging van de pH-waarde van bodem en (grond)water. Dit is gevaarlijk voor mens en milieu. Direct contact met staalslakken of met stof afkomstig van staalslakken kan gezondheidsklachten veroorzaken.

  • Het is verboden om bouwstoffen met meer dan 20% LD of ELO staalslakken toe te passen in een laagdikte groter dan 0,5 meter.
  • Het is verboden om bouwstoffen met meer dan 20% LD- of ELO- staalslakken toe te passen op plekken waar mensen het kunnen inademen of waar het materiaal in contact kan komen met de ogen, mond of huid (zoals bij gebruik als halfverharding).
  • Er geldt een vergunningplicht voor alle andere toepassingen van bouwstoffen die uit meer dan 20% LD- of ELO-staalslakken bestaan.
  • Er is geen overgangsrecht. De regeling heeft geen terugwerkende kracht. Bestaande toepassingen vallen dus niet onder het verbod.
  • Er is geen overgangsrecht. De regeling heeft geen terugwerkende kracht. Bestaande toepassingen vallen dus niet onder het verbod.
  • Er is geen vergunning nodig om bouwmateriaal te gebruiken dat minder dan 20% staalslak bevat, zoals bijvoorbeeld hydraulisch menggranulaat.

Er zijn steeds meer zorgen over de veiligheid van toepassingen met staalslak. Hier zijn meerder onderzoeken naar gedaan. Uit die onderzoeken blijkt dat er risico’s voor de gezondheid van de mens en het milieu kunnen ontstaan. Dat geldt voor het toepassen van bouwstoffen met meer dan 20% LD of ELO staalslakken in lagen van meer dan 0,5 meter of op locaties waar direct contact met de bouwstoffen mogelijk is. De Rijksoverheid doet nog verder onderzoek naar overige toepassingen.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat doet hier nog verder onderzoek naar en werkt aan een wijziging van de regelgeving. Dit kost tijd. Omdat de risico’s voor mens en milieu groot zijn als staalslakken niet goed worden toegepast, heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vanuit voorzorg besloten om tijdelijk verbod en een vergunningplicht in te stellen.

Er is geen overgangsrecht. De regeling heeft geen terugwerkende kracht. Bestaande toepassingen vallen dus niet onder het verbod.

Nee, dan heeft u geen vergunning nodig. Denk daarbij bijvoorbeeld aan menggranulaat.

Het is mogelijk om een ontheffing voor dit verbod aan te vragen bij de minister van Infrastructuur en Waterstaat:

  • als het verbod of de vergunningplicht tot onevenredige gevolgen voor de toepasser kan leiden;
  • als daarbij de bescherming van de bodem, het milieu, de mens niet in het geding zijn en
  • als bij de aanvraag een zienswijze van het bevoegd gezag voor de milieubelastende activiteit toepassen bouwstoffen is toegevoegd. Aan de ontheffing kunnen beperkingen en voorschriften worden verbonden.

De gemeente is het bevoegd gezag en verantwoordelijk voor de handhaving van het gebruik van bouwstoffen (art. 2.3 Bal en 18.2 Omgevingswet. En dus ook voor het handhaven van het verbod. Daarnaast beslist de gemeente over de vergunningaanvragen en handhaving daarvan. ODR is de uitvoeringsorganisatie die deze taken uitvoert in opdracht van de gemeente.

Wij zijn een uitvoeringsorganisatie van de gemeenten in Rivierenland. Wij voeren VTH taken uit in opdracht van de gemeenten. Dit betekent dat wij:

  • vergunningaanvragen beoordelen voor toepassingen die niet onder het verbod vallen;
  • toezicht houden bij het toepassen ban bouwstoffen;
  • handhavend optreden;
  • zienswijzen opstellen bij aanvragen voor een ontheffing van het verbod.

U vraagt een ontheffing aan via Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Op deze pagina leest u hoe u dat doet en vindt u ook de link naar het aanvraagformulier: Ontheffing voor gebruik van staalslak | Bouwstoffen | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Op dit moment is het nog niet mogelijk om deze vergunning aan te vragen via het Omgevingsloket. De gemeente is het bevoegd gezag. ODR behandelt de vergunningaanvragen in opdracht van de gemeente. Stuur daarom uw vergunningaanvraag per e-mail naar post@odrivierenland.nl samen met uw contactgegevens. Dan nemen wij hem in behandelingen en nemen wij contact met u op.