Erfgoed van de maand: De Culemborgse Trekvaart

Naast het beestje van de maand, hebben wij ook het erfgoed van de maand. Onze adviseurs cultuurhistorie en archeologie vertellen elke maand over een bijzonder erfgoed dat regio Rivierenland rijk is. Dit keer vertellen zij over de Culemborgse Trekvaart.

Het rivierengebied, de naam zegt het eigenlijk al, wordt omgeven door vele grote rivieren. Deze rivieren komen voornamelijk het gebied binnen via het oosten en voeren het water af naar het westen richting zee. Om ervoor te zorgen dat naastgelegen dorpen en steden niet zouden overstromen zijn rond 1250 en 1350 na Christus in het gebied dijken aangelegd.

Wanneer men denkt aan erfgoed in het rivierengebied dan denkt men voornamelijk aan oude monumentale panden die in bijvoorbeeld het historisch centrum staan van Buren. Maar ook op het platteland bevinden zich naast de monumentale boerderijen, hooischuren, molens en kerken nog andere monumenten. Een voor het rivierengebied speciaal monument is de Culemborgse Trekvaart.

Voor de bouw van deze Trekvaart moesten de handelsschepen die van Zaltbommel naar Utrecht wilden allemaal via Dordrecht. Dit kostte niet alleen veel tijd maar ook veel tolgeld. Tegelijkertijd is het goed om te weten dat waterwegen de snelwegen waren uit het verleden. Dus toen aan het eind van Tachtig jarige oorlog, de Republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden werd opgericht (1588) – en reizen veiliger werd, waardoor de handel explosief groeide (ook wel Gouden Eeuw genoemd) – ontstonden er in het rivierengebied ideeën om een waterweg aan te leggen dat Zaltbommel met Utrecht verbond. De eerste gesprekken met handelaren, eigenaren, lokale besturen en graven werden gevoerd
in 1608. Door de vele verschillende belangen werden de plannen vele malen van tafel geveegd. Uiteindelijk bereikte men in 1660 een overeenstemming over de verschillende te nemen maatregelen. Bestaande waterlopen werden verbreed en verdiept, lijnpaden (voor het trekpaard) werden aangelegd, sluizen werden gebouwd of gerestaureerd. De werkzaamheden vielen abrupt stil, tijdens het Rampjaar 1672, toen de Fransen Nederland overvielen. Zo snel dat de werkzaamheden stilvielen werden ze in 1694 weer opgestart. De ondernemer Willem Vleertman stelde voor, bij de besturen van Culemborg en Zaltbommel, om op de delen van de Culemborgse trekvaart die bijna begaanbaar waren al een trekschuit te laten varen. Daarnaast zou hij op eigen kosten het kanaal tussen Zaltbommel en Hedel aanleggen.

Uiteindelijk is de vaart nooit echt goed van de grond gekomen en betrof het voornamelijk een lokale verbinding. Toen in 1885 de Betuwespoorlijn (spoorlijn tussen Utrecht en ’s-Hertogenbosch) dwars over de Bisschopsgraaf werd gelegd, waardoor er geen ruimte meer was voor een schuit van enige omvang is de Culemborgse trekvaart helemaal in onbruik geraakt. Momenteel is de Culemborgse trekvaart nog steeds zichtbaar in het landschap.

Maar waar, in het rivierengebied, ligt de Culemborgse Trekvaart eigenlijk?

Van Zaltbommel naar de Linge:

Wanneer je bij Zaltbommel de Waal oversteekt bevindt zich ten oosten van Tuil de Oude Culemborgsche Vaart. Deze vaart volg je naar het noorden, totdat dit niet meer gaat. Dan volg je een klein stukje van de Haaftensche Molenvliet richting het oosten. Vervolgens ga je bij de Boutensteinsche Wetering weer richting het noorden waar je uiteindelijk via de Batensteinsche Sluis op de Linge komt.

De Linge naar Culemborg:

Je volgt de Linge richting het oosten waar je bij het stoomgemaal van Neust (ten westen van Tricht) overstapt op de Bisschopsgraaf. Deze waterloop volgt je totdat je bij Culemborg aankomt.

Gebruikte bronnen: