Het nieuwe jaar volgens Gerard Vlekke

Er gebeurt veel in de wereld om ons heen. Zo hebben we te maken met crisis na crisis en veel veranderende wetgeving. Als Omgevingsdienst moeten we daar continu op anticiperen. Daar hebben we gelukkig heel veel experts voor in huis. Maar om dat goed te kunnen blijven doen, hebben wij ook onze organisatiestructuur aangepast. Per 1 januari 2023 werken wij met een directie die bestaat uit algemeen directeur Gerard Vlekke, directeur milieu Martin Groeneveld en directeur bouw Marcel Keijman. Hoe kijken zij tegen de toekomst aan? En wat is volgens hen de rol van ODR hierin? We vroegen het hen. We starten met algemeen directeur Gerard Vlekke.

Waar liggen volgens jou de uitdagingen voor 2023? Wat komt er op ons af?

Er speelt op dit moment erg veel in de Nederlandse samenleving. Waar ik me zorgen over maak is dat veel van de onderwerpen ook leiden tot polarisatie. In plaats van samen een probleem oplossen, door het van verschillende kanten te bekijken, proberen we elkaar te overtuigen van ons eigen gelijk. En mensen zoeken gelijkgestemden op om dat eigen gelijk te versterken. Ook wij, als medewerkers van ODR, kunnen hiermee te maken krijgen. Ik denk bijvoorbeeld aan verharde verhoudingen met de agrarische sector. Het gaat nog meer van onze diplomatie vragen om hiermee om te gaan. Andere thema’s waarbij dit speelt, waar wij een rol in spelen, zijn o.a. de opvang van vluchtelingen, de stikstofproblematiek, de woningnood en de vertrouwenscrisis van de samenleving ten opzichte van de overheid.

Van een andere orde is de krapte op de arbeidsmarkt. Er wordt voorspeld dat deze zal blijven aanhouden.

Wat is daarin volgens jou de rol / verantwoordelijkheid van ODR?

Zoals Claudia de Breij al zei; “Het komt niet goed, we maken het goed”! Dit betekent dat wij ook de verantwoordelijkheid hebben om actief problemen te voorkomen en, als dat niet lukt, op te lossen en in ieder geval niet groter maken. We moeten ons bewust zijn van de maatschappelijke context waarin wij ons werk doen en veel aandacht besteden aan klantgerichtheid, bestuurlijke sensitiviteit, diplomatie en kwaliteit. We zijn hier natuurlijk al mee bezig, maar we kunnen daar nog stappen in zetten door beter samen te werken.

Hoe pak je dit aan? Wat vind jij daarin belangrijk?

We gaan de samenwerking in de ketens (Milieu en Bouw) versterken in de organisatie. Daarnaast gaan we door met de verschillende thema’s in het kader van organisatie ontwikkeling.

De krapte op de arbeidsmarkt betekent dat we meer aandacht moeten besteden aan boeien en binden van medewerkers, creatieve oplossingen moeten bedenken bij werving van nieuwe medewerkers (trainees, zijinstromers, intern doorgroeien), en moeten nadenken hoe we zaken slimmer kunnen aanpakken waardoor we minder kwetsbaar zijn voor personeelsverloop. Wat mij betreft hebben deze onderwerpen het komende jaar topprioriteit.

Wat is de ambitie van ODR voor 2023?

We hebben een organisatieontwikkeling in gang gezet, waar recent grote stappen in zijn gezet. Tegelijkertijd spelen er veel ontwikkelingen in ons vakgebied, zowel regionaal, provinciaal als landelijk. 2023 wordt daardoor een dynamisch jaar, waarin we geheid ook met kinderziektes te maken krijgen. Onze ambitie is om daar goed doorheen te komen. Daarnaast herhaal ik wat ik recent in mijn terugblik over 2022 heb genoemd:

“Het is mijn ambitie om ODR de spil te laten zijn voor veel ruimtelijke vraagstukken in de regio, en dat we ook als zodanig gezien worden. Dat we nieuwe taken op het gebied van bouwen (WKB, opvang vluchtelingen) en milieu (energie, stikstof, ZZS) goed oppakken. Dat we dat doen op een klantvriendelijke wijze, met oog voor de bestuurlijke gevoeligheden in de regio, en op een kosteneffectieve wijze. Kortom, dat men voor die onderwerpen (op een positieve manier) niet om ons heen kan. En dit alles als een zelfstandige organisatie binnen Gelderland, waar mensen graag willen (blijven) werken”.

Wat is jouw wens voor de samenwerkingspartners en inwoners, ondernemers en organisaties in regio Rivierenland?

Ik wens iedereen een regio toe, waar het goed toeven is, met een goede balans tussen dynamiek en leefbaarheid.